Meng in een grote kom de bloem, zout, suiker en gist door elkaar. Voeg langzaam het lauwwarme water toe.

Kneed het deeg met je handen. In het begin zal het deeg nog wat plakkerig zijn, maar al vrij snel moet het wat steviger worden. Wanneer dat gebeurt, bestuif je je (schonaanrecht met wat bloem en leg je het deeg daar op. Strooi nu de peterselie en chorizoblokjes over het deeg en kneed het er met je handen doorheen. Blijf het deeg nu nog 8 minuten lang goed doorkneden.

Besmeer een schone kom met wat olijfolie. Vorm een bal van het deeg en leg deze in de kom. Besmeer ook de bovenkant van de deegbal met wat olie en dek de kom af met een schone theedoek. Laat het focacciadeeg 30 minuten rijzen op kamertemperatuur.

Haal het deeg uit de kom en kneed het kort totdat het weer stevig aanvoelt. Leg het deeg op plank met daarop een vel bakpapier en rol het uit tot een lap van 2 cm. Besmeer de lap deeg royaal met olijfolie. Maak met je duim holletjes in het deeg. Druk helemaal door naar beneden totdat je de plank voelt, maar zorg wel dat het deeg heel blijft. Bestrooi met wat grof zeezout. Dek de focaccia af met de theedoek en laat het nu nog een half uur rijzen op een warme plek.

Verwarm de oven voor op 220 graden met de bakplaat erin.

Haal de theedoek van de focaccia. Druk nogmaals je duim in alle kuiltjes en verspreid de stukjes Parmezaanse kaas over het deeg. Duw ze een beetje in het deeg. Sprenkel weer royaal olijfolie over de focaccia.

Haal de warme bakplaat uit de oven en til de focaccia er met bakpapier en al op. Bak de focaccia in 15 tot 20 minuten gaar in het midden van de oven.

Haal de focaccia uit de oven en besprenkel eventueel met nog wat extra olijfolie.